JA IK BESTA

Een gesprekje op het vliegveld begint vaak met de vraag van mijn kant, “komt u iemand ophalen?”. En dan komt een verhaal over degene die wordt opgehaald. Vaak volgt dan de tegenvraag. En u, komt u ook iemand ophalen. Dan zeg ik “ik ben luchthavenpastor”. De reacties hierop kunnen zeer uiteenlopen. Of ze gaan er helemaal niet op in. Of ze zeggen, “o wat leuk”, of ze zeggen “wat houdt dat in?”. Een reactie de ik ook geregeld krijg is “bestaat dat?” Ja ik besta, ja ik sta ik hier in levende lijve voor u. Ik vertel dan over de gebedsruimte. Op een vliegveld waar iedereen zo ontzettend druk is, is het zinvol dat er een plek is waar mensen tot rust kunnen komen, en kunnen bidden of mediteren. Luchthavenpastoraat is aanwezig zijn op een plek waar heel veel mensen zijn. Het is kerk-zijn midden in de samenleving, een vooruitgeschoven post. In de kerk vragen wij ons vaak af, hoe ziet de toekomst eruit? Misschien wel betekent die toekomst wel dat wij als kerk zeggen tegen de mensen die we tegen komen, “ja ik besta”, “ja, we zijn er”. Dat is een basis, aanwezig zijn, present zijn. En wie weet wat er uit die basis zal gaan groeien.

Mirjam van Nie